Als een patiënt die langskomt in uw apotheek geen geld bij heeft, geeft u hem het gevraagde product misschien wel al mee in afwachting van een latere betaling. Welke voorzorgen neemt u in dat geval maar beter? En hoe gaat u te werk als de betaling achterwege blijft?
...
Het overkomt elke apotheker wel eens: een patiënt die een geneesmiddel of medisch hulptoestel komt kopen of huren heeft zijn portefeuille of bankkaart vergeten. U geeft hem de producten misschien wel mee met de afspraak dat de patiënt later zal komen betalen. Vaak zal dat ook goed lopen en wordt u nadien alsnog betaald. Maar wat zijn uw rechten als de patiënt nadien niet meer opduikt en de bij u openstaande rekening 'vergeet'? Als de patiënt zich de rekening niet herinnert, dan zal u moeten bewijzen dat hij u de prijs van wat hij bij u kocht nog verschuldigd is. De zogenaamde bewijslast rust dus op u. Dat betekent dan ook dat als de patiënt betwist u nog iets verschuldigd te zijn u het bewijs daarvan zal moeten leveren. Sinds kort komt de wet u daarbij wel ter hulp, zeker als het gaat om 'grotere' bedragen waarop u gerechtigd bent. Vroeger moest u namelijk over een schriftelijk bewijs beschikken dat aan strikte voorwaarden voldeed als het ging om een bedrag van 375 euro of meer. Dat bedrag is sinds kort 'opgetrokken' tot 3.500 euro. Beneden dit bedrag (dat zal veelal het geval zijn) kunt u het bewijs dat de patiënt u nog moet betalen leveren met wat men noemt 'alle middelen van recht'. Hoewel u dus onder de 3.500 euro het bewijs mag leveren met alle middelen van recht, beschikt u toch best over iets dat op papier staat om het bewijs te leveren dat uw patiënt u nog bepaalde bedragen moet betalen. U zou bv. een kassaticket kunnen uitprinten waarop u de patiënt laat schrijven 'ik erken het bedrag van xxx euro nog verschuldigd te zijn en zal dit komen betalen binnen de 8 dagen vanaf heden'. Laat de patiënt dan bovendien de datum, zijn naam en handtekening op het kasticket zetten. Beschikt u niet over zo'n schriftelijk bewijs, dan kunt u nog denken aan een aantal andere mogelijke middelen. Werd de medicatie op voorschrift afgeleverd dan kunt u eventueel het voorschrift als bewijs van de aflevering aanhalen (de patiënt zou dan natuurlijk wel kunnen beweren dat hij u cash betaalde). U zou strikt gezien ook eventueel kunnen werken met getuigen. Komt de patiënt uiteindelijk zijn belofte om u te komen betalen niet na, dan is het aangewezen dat u hem in eerste instantie telefonisch contacteert. De kans is namelijk groot dat het gaat om een vergetelheid en dat uw telefoontje volstaat om alsnog betaling te krijgen. Helpt ook uw telefoontje niet (of wordt er niet opgenomen) stuur dan een bericht naar de patiënt (bv. een sms, whatsapp, mail of brief) waarin u wijst op wat nog betaald moet worden en vraagt om dat spoedig te komen regelen. Krijgt u vervolgens nog geen betaling, dan is het aangewezen een ingebreke- stelling naar de patiënt te sturen. Dat doet u aan de hand van een aangetekende brief waarin u de patiënt een laatste maal aanmaant om tot betaling over te gaan. U geeft dan meteen het bedrag aan dat deze u verschuldigd is. Weet overigens dat u niet zomaar een extra vergoeding kunt vragen voor het feit dat u een aangetekende brief moet sturen. Is de ingebrekestelling nog niet voldoende om uw patiënt op betere gedachten te brengen en alsnog tot betaling over te gaan, dan is het aan u om te beslissen of u al dan niet nog verdere stappen onderneemt. Doet u dat wel, dan zou u in eerste instantie kunnen overwegen om uw patiënt op te roepen in verzoening voor het vredegerecht. Een dergelijke verzoeningspoging is gratis. U kunt daar ook perfect zelf naar toe gaan. Weet wel dat als uw patiënt niet komt opdagen (of niet akkoord gaat met een regeling) de verzoeningspoging een maat voor niets zal zijn. In het kader van zo'n procedure kan de vrederechter enkel vaststellen of er een akkoord is of niet. Is dat het geval, dan zal de vrederechter daar een proces-verbaal van maken dat dezelfde waarde heeft als een vonnis. Is er geen akkoord, dan stelt de vrederechter een PV van niet-verzoening op. Hij zal dan geen uitspraak doen over het geschil dat u bij hem via de verzoeningsprocedure aanhangig maakte. Blijkt de verzoeningspoging een maat voor niets of ziet u deze optie niet zitten, dan kunt u ook een echte procedure starten. Daarbij is allicht de vrederechter bevoegd (tot 5.000 euro). U zal daarvoor een dagvaarding dienen te laten uitbrengen door een gerechtsdeurwaarder en zal moeten overwegen om al dan niet een beroep te doen op de diensten van een advocaat. Onnodig te zeggen dat u hierbij best afweegt of het sop de kool wel waard is... Nog dit: in het kader van de coronacrisis zijn er wel eens ondernemers die cash betalingen weigeren en vragen dat hun klanten via bancontact betalen - om hygiënische redenen. Weet dat dit niet zo maar mag: u kunt niet weigeren om producten af te leveren omdat een patiënt enkel over cash geld beschikt.