...

Ondernemers die hun onderneming willen verkopen kiezen in principe vrij welke vraagprijs zij daarvoor vooropstellen. Het volstaat dat zij uiteindelijk een kandidaat-koper vinden die ook bereid is om het gevraagde bedrag te betalen. Alles is dus een kwestie van onderhandelen waarbij er geen minimum- of maximumgrenzen zijn.Voor apothekers geldt een afwijkende regeling. Meer bepaald bestaat daar een Koninklijk Besluit van 13 april 1977 dat aangeeft wat de maximumprijs is die kan worden gevraagd bij de verkoop van een apotheek. (Koninklijk besluit tot vaststelling van de regels die toelaten de waarde van de overdracht der apotheken vast te stellen en toezicht uit te oefenen op deze overdracht).De maximumprijs die wettelijk wordt vooropgesteld geldt niet als de aandelen van een vennootschap waar de apotheek inzit (of waar meerdere apotheken inzitten) worden overgedragen. Daarbij is het om het even of de koper en/of de verkoper van de aandelen ook een vennootschap is dan wel een natuurlijke persoon.De maximumprijs speelt integendeel wel als de apotheek zelf wordt overgedragen (en dus geen aandelen). De verkoper kan daarbij zowel een natuurlijk persoon zijn als een vennootschap. Hetzelfde geldt voor wat betreft de koper. De wet vindt al eveneens toepassing als de apotheek wordt toebedeeld aan een echtgenoot in het kader van een echtscheiding. Hetzelfde geldt bijvoorbeeld als de apotheek overgaat van een vennootschap naar een andere vennootschap in het kader van een fusie. De regeling geldt dan weer niet voor de overdracht bij erfenis. Die overdracht wordt nu eenmaal in het KB uitgesloten.Het Koninklijk Besluit geeft aan dat de prijs die gevraagd wordt voor de overdracht van een voor het publiek opengestelde apotheek niet hoger mag liggen dan de som van de waarde van een aantal elementen.Meer bepaald mag vooreerst de waarde van het meubilair en de uitrusting in aanmerking worden genomen alsook de waarde van de voorraad in producten behorend tot het apothekersberoep. Deze beide waardes worden geraamd door een erkende deskundige.Een derde post die mee mag worden geteld betreft 150% van het gemiddelde van de brutowinsten die zijn behaald in de loop van maximum de vijf belastbare tijdperken die dat van de overdracht voorafgaan, zoals deze tijdperken worden bepaald op het stuk van de inkomstenbelastingen.Het KB geeft ook aan wat onder de term 'brutowinst' precies moet worden verstaan. Meer bepaald gaat het voor belastingplichtigen waarop forfaitaire aanslagen zijn toegepast om de brutowinst die voortvloeit uit de toepassing van die forfaitaire grondslagen. Voor andere belastingsplichtigen gaat het om het verschil tussen de verkopen, exclusief btw en de kostprijs, exclusief btw, van de voor verkoop bestemde producten die tijdens het betrokken tijdperk werkelijk zijn verkocht.De overdrager van de apotheek kan aan de fiscus vragen om hem een getuigschrift te bezorgen dat het bedrag van de brutowinsten vermeldt zoals die op het stuk van de inkomstenbelastingen in beschouwing zijn genomen. Als dit certificaat betrekking heeft op de brutowinst van verschillende apotheken, moet de brutowinst van de overgedragen apotheek worden geschat door een erkende deskundige.U merkt dus dat het KB aangeeft dat bepaalde aspecten van de waardebepaling moeten gebeuren door een deskundige. Het moet daarbij gaan om een erkende deskundige. Zo'n deskundige wordt erkend voor een periode van vijf jaar. De laatste lijst van deskundigen dateert van midden 2015 en is dus nog enkele maanden geldig.U vindt deze lijst van deskundigen terug op de website www.iec-iab.be.Het Koninklijk Besluit schrijft de maximumprijs wat men noemt 'dwingend' voor. Dat betekent dan ook dat er geen hogere prijs mag worden gevraagd. Het is integendeel wel toegelaten om een lagere verkoopprijs overeen te komen. De wettekst spreekt nu eenmaal over een maximumprijs.Indien de verkopende apotheker tegelijk het pand verkoopt waarin de apotheek wordt uitgebaat, dan is de verkoopprijs van dit pand evident niet begrepen in de maximumprijs die voor de apotheek (officina) kan worden gevraagd. Het Koninklijk Besluit bevat trouwens geen spelregels rond de wijze waarop dit onroerend goed moet worden gewaardeerd.Het Koninklijk Besluit geeft ook aan dat de overdrager en de overnemer binnen een termijn van 30 dagen na de overdracht, gezamenlijk via een aangetekend schrijven de minister die de Volksgezondheid onder zijn bevoegdheid heeft in kennis moeten stellen van het bedrag van de overdracht en de wijze van betaling, gestaafd met de documenten als voorzien in het KB.