In 2014 vluchtte Rania Aro weg uit Syrië. De apothekeres, afgestudeerd in Damas en aan het werk in de farmaceutische industrie, kwam naar België en begon aan de universiteit van Bergen aan een doctoraatsthesis, die ze met verve verdedigde in juni 2021.
...
Door de oorlog in Oekraïne vergeten we haast de andere gewapende conflicten in de wereld. Het verhaal van Rania Aro, een Syrische apothekeres die in 2014 naar ons land vluchtte, herinnert ons eraan dat Syrië sinds 2011 verwikkeld is in een burgeroorlog. Ze vertelt met veel emotie in de stem over de omstandigheden van de vlucht uit haar geboorteland: "De school van mijn kinderen werd gebombardeerd, en nadien hun sportclub... Tijdens de zomer, toen ik op bezoek was bij mijn zus die al in Bergen woonde, hebben we besloten om in België te blijven. Mijn man heeft ons later vervoegd." Nadat ze als politiek vluchteling erkend was, ging ze op zoek naar werk. "Mijn zus had een master internationale relaties gedaan aan de UMons, met prof. Hayssam Safar, die het programma voor de opvang van vluchtelingen superviseert. Hij is het die me heeft voorgesteld om een doctoraat aan te vatten. Ik vond dat een schitterend idee, want toen ik jonger was, droomde ik ervan om onderzoek te doen. Het andere alternatief om het equivalent van mijn diploma te behalen en in een officina te kunnen werken hield in dat ik een deel van de opleiding farmacie opnieuw moest doen, met inbegrip van de stage en het eindwerk. Maar ik heb nooit in een officina gewerkt, dat is mijn ding niet, terwijl ik net wel veel van onderzoek hou. Mijn man heeft me aangemoedigd om ervoor te gaan: in een ander land terechtkomen is niet eenvoudig, dus kan je er maar best voor zorgen dat je je werk met passie kan doen. Het was geen makkie, want meer dan 15 jaar lang was ik buiten de universiteit aan de slag, en plots moest ik terug naar het lab, opleidingen volgen,... Het heeft wat tijd gevergd, maar uiteindelijk heb ik mijn thesis kunnen afronden." Op aanraden van prof. Pierre Duez, die aan het hoofd staat van het laboratorium voor therapeutische chemie en farmacognosie, heeft Rania Aro zich toegelegd op essentiële tremor. "Ik heb de omgevingsgerelateerde oorzaken van die tremor bestudeerd, met name de toxines aanwezig in vlees, om uit te zoeken of een aantal daarvan de patiënten kunnen aantasten. Het belangrijkste voor mij is dat ik erin geslaagd ben om een 3D-model voor de kweek van neuronen te ontwikkelen, dat beter lijkt op de reële leefomstandigheden, en dat het mogelijk maakt om de toxiciteit van deze moleculen te bestuderen." Als vluchteling in een ongekend land, is het parcours van Rania op zijn minst ingewikkeld te noemen. Dat ze zich kon toeleggen op onderzoek en haar doctoraat kon afwerken, is ongetwijfeld een belangrijke factor geweest in haar integratieproces. Bij de aanvang van haar studies in Damas had ze de optie om geneeskunde te gaan studeren opzij geschoven en koos ze voor de farmaceutische wetenschappen met het idee om onderzoek te gaan doen en zo patiënten op een onrechtstreekse manier te helpen. Haar migratie naar België heeft haar de mogelijkheid geboden om haar carrière een andere wending te geven, nadat ze in Syrië in de industrie werkte, op de afdeling marketing en onderzoek naar nieuwe galenische vormen. Gevraagd wat voor haar het moeilijkst was in België, haalt ze het gemis van haar dierbaren aan, en de moeilijkheden om werk te vinden. "Om te werken heb je connecties nodig, maar niemand kende me hier en ik kende niemand in mijn vakgebied, mijn diploma werd niet erkend,... Opnieuw van nul starten vergt veel inspanningen. Je land ontvluchten is sowieso moeilijk, ondanks de oorlog. Ik was alles kwijt: mijn familie, mijn vrienden, mijn werk,..." Nu ze al die moeilijkheden overwonnen heeft en haar weg heeft gevonden, stelt ze haar ervaring ten dienste van andere vluchtelingen die ze ontmoet. Zo heeft ze onder meer een jonge Syrische geholpen die op haar 14de in ons land is gearriveerd, zodat ze school kon blijven lopen in het algemeen onderwijs. En ze moedigde een meisje uit Palestina aan om zich aan de Umons in te schrijven voor de opleiding farmacie en een equivalent diploma te behalen. "Ik probeer die mensen te helpen, want België is dan wel gastvrij, maar om hier je leven verder te zetten is er niet voldoende ondersteuning", vindt ze. "Je mag niet voor 100% op het systeem berusten, want dat is al uitgeput. De diensten voor arbeidsbemiddeling kunnen zelfs alle Belgen nog niet helpen." "Ik heb het geluk gehad dat mijn zus me in contact heeft gebracht met prof. Safar en prof. Duez, die erg open was en mij geaccepteerd heeft in zijn afdeling. Je wil wel integreren, maar dat is niet eenvoudig als je geen equivalent diploma hebt, als je niet volgens je competenties kan werken, als je het geld niet vindt... Ik heb gelukkig ook een beurs gekregen van het FRMH, een fonds voor medisch onderzoek in Henegouwen, en van Kangaroo, het fonds van het UMons Health Institute. Dat alles verklaart waarom mijn doctoraat zo lang heeft aangesleept...", voegt ze nog toe. Rania Aro sprak niet erg vlot Frans toen ze uit Syrië wegvluchtte, maar ze had de taal wel op school geleerd. Wat maakt dat ze op dat vlak wel een kleine voorsprong had vergeleken met haar man, die nooit Frans had geleerd. "Als je niet goed Frans spreekt, als je diploma niet erkend is,... kan je je niet integreren in de samenleving. Dat is jammer voor jonge mensen van 20. Onderwijs opent nochtans de weg. Je leert de taal, je maakt vrienden, dat alles biedt je de kans om te integreren." De doctorandus zoekt nu haar plaatsje, liefst aan de UMons waar ze pedagogisch medewerker farmacie was en waar ze bezig is met de ontwikkeling van een Erasmusproject over artifiële intelligentie in de geneeskundeopleiding. "Ik zou graag in het fundamenteel onderzoek blijven werken, in de neurowetenschappen of elders. Als dat niet lukt, kan ik een job zoeken in de industrie, in de R&D. Het is niet gemakkelijk, maar ik laat de moed niet zakken, ik ga ervoor!", verzekert ze met de glimlach.