...

Bij grote stress zijn virussen veel virulenter, zegt prof. Michel Balaka-Ekwalanga1, viroloog aan de Universiteit van Lubumbashi. Normaal hebben reactieve zuurstofspecies (ROS) fysiologische functies die resulteren in een adaptieve respons: celgroei, sterke expressie van oxiderende enzymen, vernietiging van bacteriën in leukocyten... Er bestaat een relatief evenwicht tussen de vorming van vrije radicalen en de neutralisering ervan door antioxiderende stoffen. In experimentele omstandigheden zoals bij luchtvervuiling, ioniserende stralen, roken, drinken van alcohol, inname van bepaalde geneesmiddelen, chemo- of radiotherapie, intensief sporten en in situaties van sterke beangstigende stress worden er te veel vrije radicalen gevormd, waardoor het evenwicht ontwricht geraakt. Een oxidatieve stresssituatie veroorzaakt irreversibele celschade: ? vernietiging van immuuncellen ? breuken in het DNA van de cel ? oxidatie van vetten ? onvoldoende neutralisering door intracellulaire antioxidanten. En als de voeding te weinig vitamine C, vitamine E, mineralen, oligo-elementen zoals mangaan, koper en zink, die noodzakelijk zijn voor SOD (superoxidedismutase), bètacaroteen en polyfenolen bevat, zullen de zaken nog verergeren. Voedingsmiddelen die antioxidanten bevatten, maken een veel complexere, synergetische aanvoer mogelijk en houden geen risico op overdosering in. Dat is met name het geval met vitamine C. Een te hoge inname van vitamine C kan pro-oxiderende effecten hebben en schadelijke lipoperoxidatiereacties in gang zetten. Daarom moet de voorkeur worden gegeven aan voedingsmiddelen die veel vitamine C, vitamine E, carotenoïden, polyfenolen, selenium, mangaan, koper en liponzuur bevatten. Momenteel worden de apotheken overbelast, waardoor de apothekers niet meer de nodige tijd kunnen uittrekken om basisinformatie te geven over de voeding. Je kan de patiënten dan aanraden om de adviezen van voedingsspecialisten en coaches inzake voeding te raadplegen op het internet om tekorten tijdens deze situatie van sterke oxidatieve stress te corrigeren. Je kan supplementen van antioxidanten aanraden in een evenwichtige dosering en met inachtname van de voorzorgsmaatregelen (interacties en contra-indicaties). In de apotheek is veel vraag naar voedingssupplementen met quercetine en propolis omwille van hun antioxidatieve en antivirale eigenschappen. Zuivere propolis, de vrucht van het werk van bijen, heeft heilzame effecten bij de behandeling en de preventie van luchtwegziekten. Propolis is een uitstekend immunostimulerend middel en een natuurlijk antibioticum. Alle delen van propolis worden in de fytotherapie gebruikt na spoeling en eliminatie van de was. Propolis telt meer dan 400 bestanddelen, waaronder quercetine en andere flavonoïden met uitzonderlijke antioxidatieve eigenschappen, essentiële oliën, vitamines en mineralen. Het is ook een prebioticum, dat de microbiota van de darmen stimuleert en de aspecifieke immuniteit activeert. Propolis stimuleert de T-lymfocyten en dus de vorming van antistoffen. De beste vorm is hydroalcoholische maceratie in de vorm van een mond- en keelspray, die de werkzame stoffen maximaal vrijwaart. De alcohol in de moedertinctuur vernietigt een gedeelte van de werkzame stoffen. Propolis is een echt geschenk van de natuur, het volledigste voedingssupplement dat in deze tijden van crisis kan worden aangeraden. Quercetine is een flavonoïd, dat veel quercetol bevat. Quercetol heeft antioxidatieve eigenschappen. Quercetine wordt niet beschouwd als een essentieel voedingsmiddel. Voor die stof is dan ook geen aanbevolen dagelijkse hoeveelheid geformuleerd. Quercetine zit vooral in kappertjes, lavaswortel en rode ui (180 mg/100 g). Druiven, rode wijn, veenbessen, kersen en groene thee bevatten kleine hoeveelheden quercetine. Als antioxidatieve voedingsmiddelen ook quercetine bevatten, zal vitamine C beter worden geabsorbeerd. Acerola ( Malpighia emarginata) bevat uitzonderlijk veel vitamine C (40-maal meer dan appelsienen). De granen van acerola bevatten polyfenolen zoals flavonoïden, quercetine en carotenoïden, waardoor de antioxidatieve werking van die stoffen toeneemt. Een Japanse studie2 heeft aangetoond dat de bestanddelen van acerolasap geëxtraheerd uit het vruchtvlees de absorptie van vitamine C bevordert. Tot nog toe zijn geen toxische effecten gerapporteerd, maar het is raadzaam niet meer dan 1 g droog vruchtvlees per dag te eten. Mensen met jicht mogen geen acerola innemen. Acerola zou immers het urinezuurgehalte verhogen. Voorzichtigheid is geboren bij patiënten met een voorgeschiedenis van nierstenen. Acerola zou immers de vorming van stenen in de hand werken. Duindoorn ( Hippophae rhamnoides) groeit in de Alpen in het zuiden en de duinen rond het Kanaal. De bessen, die in de winter worden geoogst, bevatten zeer veel vitamine C (20-maal meer dan appelsienen) en ook vitamine E, carotenoïden, quercetine en omega 7-vetzuren. De knoppen van de duindoorn worden in de gemmotherapie gebruikt omwille van hun adaptogene en herstellende activiteit na een virale infectie (griep). Met fytotherapie kan je dus de immuniteit van de patiënten en het apotheekteam een duwtje in de rug geven.