...

Waarom moet de eerstelijnszorg worden versterkt? Audrey Bonnelance: Ik ben er stellig van overtuigd dat er minder nood zal zijn aan adviezen van de tweedelijnszorg als je een sterke eerstelijnszorg hebt. Daardoor zullen de kosten voor gezondheidszorg dalen. De ziekenhuisstructuren zijn niet gezond: er is een tekort aan medisch en paramedisch personeel. We moeten de tweedelijnszorg ontlasten. Ook moet de rol van de verschillende spelers worden geherdefinieerd. Echelonnering van de zorg is noodzakelijk. Een voorbeeld, ik heb deze week een patiënte gezien die zich zorgen maakte over een moedervlek. Ze had een afspraak bij een dermatoloog gekregen over ... zes maanden. Als je de huisartsen goed opleidt en ze een dermatoscoop bezorgt, kan je de belasting van dermatologen enorm verlagen. De bevolking moet informatie krijgen over de vaardigheden van huisartsen. En die moeten goed worden opgeleid en vergoed. De dialoog tussen de verschillende zorgverstrekkers moet absoluut verbeteren. Iedereen moet weten wie wat doet. Elkaar kennen en in een netwerk werken, dat is de sleutel. Hoe kan de situatie verbeteren? Door een gezamenlijke opleiding via MFO? Ja, dat medisch-farmaceutisch overleg wordt onvoldoende gebruikt. Ik zit in een MFO dat twee keer per jaar bij elkaar komt. Is dat genoeg? Veel artsen doen daar niet aan mee. Misschien moet je dat verplicht maken. Ik denk dat we met elkaar moeten praten om te weten wat ieders rol is en om goed samen te werken. Dr. Orban en ik hebben samen de vzw Résumes (Réseau Multidisciplinaire d'Echange Scientifique)* opgericht die huisartsen, specialisten, apothekers en paramedici telt. We organiseren vergaderingen en één symposium per jaar om te spreken over ziektes die ons allen aanbelangen en om na te denken over gezondheidstrajecten en een transversale aanpak in plaats van een horizontale. We bestaan nu twee jaar en hebben 90 leden uit 34 disciplines. We zijn nu actief in Brussel, maar we hopen dat er overal dergelijke groepen zullen worden opgericht om na te denken over het beleid. We zijn niet afhankelijk van de staat of van farmaceutische bedrijven. Die onafhankelijkheid is voor ons zeer belangrijk. Een structuur zoals Résumes beantwoordt echt aan een nood. Een sterk netwerk van zorgverstrekkers verbetert immers de kwaliteit van de zorg en geeft de artsen energie en betekenis. Wat met de toegang tot het medisch dossier als je in een netwerk werkt? Dat is inderdaad een heikel punt. De verschillende zorgverstrekkers moeten de informatie snel en goed communiceren en de patiënt moet er zijn toestemming voor geven. Als een patiënt een ernstige allergie vertoont, moet dat in het medisch dossier van alle eerstelijnszorgverstrekkers staan. Dat werkt ook in omgekeerde zin. Een apotheker beschikt immers soms over informatie die wij niet hebben. De apotheker heeft toegang tot alle geneesmiddelen die de artsen voorschrijven. Wij hebben die informatie niet. Als je belangrijke informatie niet deelt, dreigt de kwaliteit van de zorg minder goed te zijn en kunnen er spanningen rijzen tussen de zorgverstrekkers. Nog een ander punt. Al jaren vragen wij ons de mogelijkheid te geven per eenheid voor te schrijven aangezien het stockbeheer problemen kan geven voor de apothekers en gezien het risico op verspilling. Eén van mijn patiënten heeft ? 10 moeten betalen voor 60 tabletten van een bètablokker, terwijl ze er maar één nodig had om een onderzoek te ondergaan. Dat is aberrant, zeker nu we meer aandacht besteden aan de ecologie in de gezondheidszorg. Hoe kunnen we het beroep van huisarts en dat van officina-apotheker herwaarderen? We zouden samen opleiding moeten krijgen. Waarom zouden huisartsen geen stage lopen in een apotheek en waarom zouden apothekers geen stage lopen bij een huisarts? Dat geeft toch een beter inzicht in wat er gebeurt. Ik droom van een multidisciplinair centrum met o.a. een apotheker. We zouden alleen maar winnen bij coconsultaties. Als we niet samen op eenzelfde plaats kunnen zijn, zullen we dankzij artificiële intelligentie en communicatietechnieken zeker ooit duoteleconsultaties kunnen uitvoeren. Dat zou geniaal zijn. Disciplines koppelen, dat zou motiveren. De apothekers krijgen nu ook stilaan preventieve taken toebedeeld. Wat vindt u daarvan? Ik kan die vraag moeilijk beantwoorden omdat de bedoeling ervan niet goed is uitgelegd aan de apothekers, de huisartsen en de patiënten. Dat wekt dus veel verwarring. Dat houdt ook een gevaar in. Als de patiënt te vaak van de ene zorgverstrekker naar de andere moet gaan, dreigt hij op een gegeven ogenblik niet meer bij zijn huisarts te geraken en kan die geen preventie meer uitvoeren. Daarom zou een apotheker moeten deelnemen aan de praktijkvoering van huisartsen. Dus, ja, screening door de apotheker, maar enkel als hij de patiënt terug naar diens huisarts verwijst. Dat vergt dus een wederzijds vertrouwen en een goede definitie van de respectieve taken. Idem wat het medicatieoverzicht betreft. Er is geen overleg met ons geweest. Soms zijn er grote spanningen omdat het slecht valt als de apotheker naar de huisarts belt, omdat er informatie is die hij niet met de huisarts kan delen, of omdat er een probleem van vergoeding is. De apotheker wordt vergoed voor intellectueel werk met betrekking tot de medicatie, de huisarts niet. Het idee is goed, maar de praktische uitvoering ervan is een miskleun. Men had een platform moeten opstellen voor communicatie en men had de honoraria moeten delen. Idem voor vaccins die in de apotheek worden toegediend en die niet in het dossier worden vermeld. Demente patiënten weten niet of ze al gevaccineerd zijn, sommige hebben het vaccin twee keer gekregen ... Opnieuw, we worden daarbij niet geholpen en op de communicatieplatformen is het al kommer en kwel.