...

Hij knippert even met de ogen: het is inderdaad al van 1970 geleden dat hij in Utrecht zijn eerste stappen in het farmaciewezen zette. "Ik heb lang getwijfeld tussen biologie en farmacie, dat leken me allebei wel boeiende studies. Geneeskunde trok me ook wel aan. Maar aangezien ik niet tegen bloed kan, was dat geen optie." Farmaceutische wetenschappen dus, maar bij onze noorderburen duurden die studies minstens zeven jaar, "gruwelijk lang", aldus mijn gesprekspartner. "In Nederland heb je ook het fenomeen, zeker op het platteland, van de apotheekhoudende artsen. Er is wel een zekere vestigingsvrijheid, maar de facto is het niet evident, in de stad noch op het platteland, om een nieuwe apotheek te openen. Uiteindelijk ben ik teruggekeerd naar mijn geboorteplek Waalwijk en heb daar een apotheek overgenomen." Gaandeweg zag apotheker Schuwer zich echter geconfronteerd met allerlei fenomenen die zijn arbeidsvreugde beknotten: "Er was het gedoe met de ziekenfondsen, de administratieve mallemolen. Maar ik begon me ook steeds meer te ergeren aan het feit dat wij als apothekers allerlei schoonheidsproducten moesten verkopen, ook de trend naar homeopathie vond ik maar niks, maar bovenal: de geneesmiddelen die we dan verkochten, leken me steeds 'meer van hetzelfde' - terwijl ik net vond dat patiënten recht hebben op een apotheker die zich voor hen inzet en opkomt voor hun welzijn." Een reeks rechtszaken van de Nederlandse ziekenfondsen tegen een aantal apothekers (onder wie ook hijzelf) bleek de spreekwoordelijke druppel. "Ik vond die juridische wereld wel heel boeiend, zozeer zelfs dat ik mijn apotheek heb verkocht en rechten ben gaan studeren in Maastricht. Nadien kon ik aan de slag aan de universiteit zelf, als medewerker." Maar in tussentijd was het gezin al in België gaan wonen, meer bepaald in Bellevaux, een charmant dorpje op de heuvels rond Malmédy. "De wijdse valleien, de rust, de mooie wandelingen die je hier kan maken: het leek ons een goede plek om onze kinderen te laten opgroeien. Dat mijn vrouw lerares Frans was, leek ons ook een pluspunt voor onze integratie. En op de dagelijkse wandeling richting dorpsschool passeerden we steevast langs deze oude hoeve. Toen ze in 2003 te koop kwam, heb ik niet getwijfeld, al was het niet meteen duidelijk welke bestemming we haar zouden geven." Het antwoord kwam een tijdje later. "De juridische wereld was wel boeiend, maar gaandeweg miste ik toch het werken met mijn handen. Ik was altijd al in bier geïnteresseerd geweest, dus zag ik misschien wel een nieuwe toekomst voor mezelf als brouwer. Ik ben bij professor Delvaux in Leuven de cursus biermaken gaan volgen, onze brouw- installatie heb ik uiteindelijk in Japan gevonden. En in 2006 zijn we begonnen met de Brasserie de Bellevaux." "Weet je, tussen het maken van medicijnen en bierbrouwen is niet zoveel verschil. Maar ik wil dit zeker geen uit de hand gelopen hobby noemen. De ambitie was van meetaf aan om het professioneel aan te pakken en meteen goede bieren te maken. Net dat vind ik monnikenwerk: je kan een technisch perfect bier maken, maar slechts door vijlen en bijschaven, trial en error, krijg je een product met een eigen karakter en smaak. Daar moet ik de belangrijke rol van mijn vrouw in ons project onderstrepen. Carla proeft niet alleen beter dan ik, ze kan ook heel goed verwoorden waarom iets goed zit of niet." "Dat creatieve aspect van bierbrouwen maakt dat ik dit beroep zo leuk en interessant vind. De kunst is immers dat je niet één keer goed bier brouwt, je moet die kwaliteit telkens opnieuw waarmaken en zo je plaats op de markt veroveren." Anno 2006 was de Brasserie de Bellevaux een unicum in de regio. "Toendertijd waren hier in de streek amper artisanale brouwers - dat is intussen wel even anders. Maar als ik zie dat we tijdens de weekends hier steevast honderden gasten rondleidden, dat locals buitenlandse gasten graag op sleeptouw nemen naar bij ons en in de kantine van de plaatselijke voetbalploeg ons bier wordt geschonken, denk ik wel dat we niet slecht bezig zijn." Op jaarbasis produceert deze artisanale brouwerij 1.200 hectoliter gerstenat. "Maar dit jaar wordt het allicht een pak minder." Naast de vier klassieke bieren (blond, bruin, donker en lager) maakt ook de Tripel de Malmédy intussen deel uit van het gamma van de brasserie. "Naar aanleiding van de 50ste verjaardag van het aanvatten van mijn farmaciestudies heb ik uitzonderlijk zelf nog eens een bier gemaakt. Ik heb het R-bier genoemd, een verwijzing naar 'recipe', het symbool dat je terugvond op oude doktersrecepten die ik als apotheker klaarmaakte. Dat nieuwste biertje, een typisch herfstbiertje volgens mijn vrouw, hebben we dit najaar uitgebracht. Het is een licht alcoholisch bier geworden (4,5°), op basis van wilde hopbellen uit de vallei hier en rookmout. Dat geeft het bier een bijzondere toets. Ik heb zelfs speciale bierpullen laten maken om het in te serveren!" Schuwer gebruikt bewust het woord 'uitzonderlijk': "Ik ben nog wel de formele zaakvoerder van de brouwerij, maar eigenlijk is mijn zoon nu de brouwer. Hij pakt het ook wat anders aan en experimenteert wel eens met bierrijping op eiken vaten enzo. Ik help nog wel met klusjes en achter de schermen, maar op mijn leeftijd is het stilaan tijd om wat meer te genieten, niet? Proost."