Medication review van oudere gepolymedicaliseerde patiënten werpt zijn vruchten af. Dat bewijzen twee Belgische studies: Simenon in de officina en Come-On in woonzorgcentra.
...
Een polymedicatiegesprek voeren in de officina, is dat haalbaar? Op een recente studiedag van de Fondation Médicaments & Société in Brussel stelde prof. Veerle Foulon (KULeuven) het Simenon-project voor, over medication reviews voor senioren in de openbare apotheken. Het project loopt in samenwerking met de APB, KULeuven, ULB en UGent. Het beschrijft de problemen die de apotheker in deze context ondervindt en evalueert de impact op de patiënt.In deze interventiestudie nodigde de apotheker de patiënt uit om zijn medicatie in de apotheek te komen bespreken. Vervolgens analyseerde hij de situatie en gaf hij de patiënt feedback en advies. Na zes weken was een opvolggesprek gepland.De patiënten (70-plussers), die tussen december 2016 en mei 2017 aan het onderzoek deelnamen, slikten minstens vijf geneesmiddelen. 56 apotheken werkten mee, met in totaal 453 patiënten van gemiddeld 79 jaar oud, en die gemiddeld acht geneesmiddelen innamen (3 tot 20).Het resultaat? Per apotheek werden acht medication reviews gerealiseerd en werden per patiënt drie problemen gelinkt aan geneesmiddelen vastgesteld. De top drie bestond uit interacties (15,2%), ongepast moment of frequentie van inname (13,5%) en bijwerkingen (11,9%). Het ging voornamelijk om PPI's (8,1%), statines (6,4%), en selectieve bèta-blokkers (3,7%).Slechts 50 patiënten vertoonden geen enkel probleem, 8% waren onvoldoende op de hoogte over hun behandeling en 3,5% bleken niet voldoende therapietrouw.Eén op de twee interventies voorgesteld door de apotheker had te maken met communicatie (behandeling opnieuw uitleggen, informatieuitwisseling met de patiënt, de arts,...), een kwart met het stopzetten van de behandeling, een wijziging in de behandeling (4,8%) of een dosisaanpassing (6,2%).Na zes maanden waren 63% van de medicatiegebonden problemen opgelost, waren 61% van de interventies toegepast en waren in 7,1% van de gevallen nieuwe interventies voorgesteld."Na de interventie schommelt het aantal geneesmiddelen per patiënt nog steeds rond de acht. De bedoeling van de medication review was evenwel niet om dat aantal te verminderen, wel om het gebruik te verbeteren. De apothekers zijn dus in staat om deze reviews te realiseren. Ze hebben geneesmiddelengebonden problemen kunnen opsporen en interventies opstarten om die op te lossen in meer dan de helft van de gevallen", besluit prof. Foulon."Er was ook een positieve impact te merken op de levenskwaliteit en de therapietrouw van de patiënten, die tevreden waren over de service. De inclusie van de patiënten was evenwel moeilijker dan verwacht. De doeltreffendheid van de interventie is één zaak, de toepassing ervan is een ander probleem. Als we hiermee willen verdergaan, moeten de apothekers ondersteuning krijgen om deze service op te zetten. Daarnaast is ook een verloning vereist, de nodige opleiding, en een betere uitwisseling van gegevens tussen apotheker en arts.""Uitgangspunt van de Come-On studie was een KB van juli 2013 waarin het Riziv een projectoproep lanceerde om multidisciplinair overleg in woonzorgcentra op poten te zetten", legt prof. Anne Spinewine (UCL) uit. "Een team van UCL en KULeuven ging daarop in en deed een gecontroleerd gerandomiseerd onderzoek om de impact van zo'n overleg te evalueren op de kwaliteit van de geneesmiddelenvoorschriften in woonzorgcentra."54 Belgische WZC (37 in Vlaanderen en 17 in Wallonië) hebben deelgenomen (24 interventies, 30 controles), ofwel 701 zorgprofessionnals (55 artsen-coördinatoren, 378 huisartsen, 85 apothekers en 183 verpleegkundigen).1.804 bewoners, of zo'n 35 per WZC (gemiddeld 87 jaar, 72% vrouwen), werden geïncludeerd. Gemiddeld was er sprake van negen geneesmiddelen per patiënt (0-25). Meer dan de helft neemt benzodiazepines en/of neuroleptica, en een grote groep slikt anti-trombotica, pijnstillers en laxativa.De interventie verliep in drie luiken: opleiding, multidisciplinair overleg en medication review.De onderzoekers identificeerden 3.500 problemen gelinkt aan medicatie (vier per bewoner), vooral met betrekking tot PPI's, vitamine D, benzodiazepines en paracetamol. Het ging voornamelijk om te veel voorschrijven, ontbreken van indicatie (23%), te langdurige behandelingen (10%) en te weinig voorschrijven (14%). In een derde van de gevallen werd besloten om het geneesmiddel stop te zetten, in 15% om niets te ondernemen en in 12% om een ander geneesmiddel op te starten.De zorgprofessionals vinden dit een positieve ervaring: het is een moment om de behandeling te bespreken en in teamverband te werken. "Ze ondervonden wat weerstand bij het aanpassen van een behandeling voorgeschreven door een specialist. De voorbereiding van het overleg wordt door de apothekers als zeer nuttig ervaren, sommigen voelen de beperking van hun kennis vergeleken met een klinisch apotheker.""Globaal mondde de interventie uit in een statistisch significante verbetering van de kwaliteit van voorschrijven, ook al bleef de consumptie ongewijzigd: negen geneesmiddelen bij aanvang en na afloop, in beide groepen. In de interventiegroep noteerden we evenwel een lagere consumptie van PPI's en statines en namen minder bewoners nog tien of meer geneesmiddelen in op het einde van de studie", stelt Anne Spinewine vast. "We hebben aan het Riziv aanbevelingen gedaan over de rol van de apotheker, die versterkt en uitgebouwd moet worden aan de hand van de functie van adviserend apotheker."