Vandaag heeft elke zelfstandige of elk vrij beroep een website, maar wat mag je daar als dokter of als apotheker wel en niet op zetten? We vroegen advocaat Tom De Gendt om advies.
...
In grote lijnen zijn er twee instanties die de inhoud van websites van dokters en apothekers kunnen controleren. De Orde der Artsen waakt over de deontologie en het Federaal Agentschap voor Geneesmiddelen en Gezondheidsproducten (FAGG) bewaakt de regelgeving.Tom De Gendt: "Klachten komen meestal terecht bij het FAGG, dat de websites dan actief screent. Zit er iets in de grijze zone, dan vragen ze de arts eerst om de website aan te passen. Maar ze kunnen de dokter of apotheker ook beboeten en sommige zaken worden zelfs overgedragen aan het parket. Al kun je je wel vragen stellen bij de criteria die ze hanteren.""Je mag via je website uiteraard geen reclame maken. Informatie over gezondheid of ziekte en de behandeling ervan is toegelaten, voor zover er geen referentie is, zelfs onrechtstreeks, naar een voorschriftplichtig geneesmiddel of een implanteerbaar materiaal. Daar knelt meteen het schoentje. Neem bijvoorbeeld botox. Dat is volgens het FAGG een verboden term. Nochtans is dat als woord maatschappelijk volledig ingeburgerd en wordt het zelfs in de van Dale vermeld. Vergelijk het met een bic, een pamper of een kodak. Maar het mag dus niet op je website vermeld worden en je mag de gewraakte woorden ook niet omvormen tot bijvoorbeeld een werkwoord. Anderzijds is het bijna onmogelijk om als arts aan je informatieplicht te voldoen, als je die termen vervangt door meer algemene termen. We hebben die oefening eens gemaakt en dan krijg je hilarische toestanden. Je tekst wordt uitermate wollig en de lezer zal je boodschap niet meer begrijpen. Wettelijk ben je verplicht om je patiënten te informeren, maar als je alleen vage, nietszeggende teksten mag gebruiken, dan heeft de patiënt daar niets aan."Patiënten die informatie willen gaan opzoeken op een website van een arts, krijgen dus alleen algemene informatie. Voor niet-medisch geschoolde beroepen gelden niet identiek dezelfde regels. Wellicht een van de redenen waarom Dokter Google het inzake populariteit meestal haalt van de websites van artsen en apothekers."Geen enkele dokter heeft er belang bij om botox op zijn site te zetten bij wijze van reclame. Dat geldt ook voor huisartsenpraktijken en privéklinieken, waar gaandeweg kinesisten, schoonheidsspecialisten, diëtisten, enzovoort bijkwamen. De Orde der Artsen zegt dat een arts er in zijn contracten met derden moet over waken dat die derde hem niet medeplichtig maakt om de code te overtreden. Ook daar kun je dus geen concrete verwijzingen gebruiken naar geneesmiddelen, ook al zien we dat soms wel opduiken op sites van algemene ziekenhuizen.""Ook foto's voor en na liggen zeer gevoelig. Volgens de Orde kunnen foto's voor de behandeling wel, als ze informatief zijn, bijvoorbeeld om de kwaal te tonen. Foto's na de behandeling vindt de Orde deontologisch niet ok, omdat je als arts de patiënt de indruk geeft dat hij dat resultaat mag verwachten. Maar schoonheidssalons mogen dan bijvoorbeeld wel zulke foto's plaatsen. Er is ook het portretrecht. Je hebt toestemming nodig om foto's te gebruiken, die zijn genomen door anderen. Als iemand op een foto duidelijk herkenbaar is, dan heb je ook zijn geschreven toestemming nodig om de foto te mogen gebruiken, ook voor foto's die je zelf nam bij je eigen patiënten.""Als een apotheker een website maakt, dan moet hij daarop alle in België verkochte niet-voorschriftplichtige geneesmiddelen en alle medische hulpmiddelen vermelden, ook diegene die hij niet in voorraad heeft. Bovendien moet hij van alle geneesmiddelen ook de volledige bijsluiter vermelden en de samenvatting van de kenmerken van de producten. De website moet altijd verwijzen naar één enkele apotheek, nooit naar een gehele keten. Tussen de apotheker en de patiënt mag er nooit een tussenpersoon zitten. Een apotheker mag voorschriftplichtige geneesmiddelen online laten reserveren, maar de patiënt moet ze wel zelf gaan ophalen met het voorschrift en ze betalen in de apotheek zelf. Dat garandeert dat de apotheker altijd nog contact houdt met zijn patiënt en die nauwe band met de patiënt blijft wel belangrijk.""Ik vind het FAGG nu soms redelijk streng in zijn beoordeling, naar aanleiding van een klacht. Ze zouden ook consequenter mogen zijn. De sector zou ook gebaat zijn met één loket, waar ze hun website kunnen laten screenen op alle mogelijke regelgevende en deontologische voorschriften. Nu zijn verschillende instanties elk voor één onderdeel bevoegd: deontologie, wetgeving, portretrecht, auteursrecht,... Heel wat dokters zijn bereid om vooraf goedkeuring te vragen voor wat op hun website komt, als dat op een eenvoudige en eenduidige manier kan worden georganiseerd. Dat zou voor veel meer rechtszekerheid zorgen."