Op 18 september is het precies 50 jaar geleden dat gitaargod Jimi Hendrix overleed. Met lotgenote Janis Joplin deelt hij dezelfde ongebreidelde energie en een nooit geëvenaarde manier van performen. Vier jaar volstonden om de samenleving en de muziekwereld grondig te beïnvloeden. Dat blijkt uit de talloze getuigenissen die we voor u sprokkelden.
...
Vorig jaar schreven we naar aanleiding van het boek Jimi Hendrix compleet, het verhaal van de 119 songs van Jean-Michel Guesdon & Philippe Margotin, een uitgebreide biografie van de grootste gitarist aller tijden. Van de conclusie van dat artikel: 'de impact van Jimi Hendrix valt niet te overschatten', vindt u oneindig veel bevestiging op het internet, in documentaires en biografieën. In de naar hem genoemde documentaire Jimi Hendrix, opgenomen vlak na zijn dood en in 1973 uitgebracht, prijzen zijn collega's/gitaargenieën hem de hemel in. Jeff Beck had dan weer zijn twijfels, vertelt Pete Townshend van The Who. Hij vond Hendrix maar een aanfluiting en een imitatie van wat The Who op het podium bracht. Pete Townshend: "Maar Hendrix' performance klopte wel helemaal. Die gitaarspelletjes waarop The Who een patent had? Jimi deed er iets helemaal anders mee." Op een gegeven moment zou Hendrix trouwens als back-up van Townshend optreden. "Jimi speelde virtuoos, stak zijn gitaar in de fik en sloeg ze aan diggelen. Daarna kwam ik op en stond daar maar wat te staan", bekent de gitarist van The Who. Hendrix leek zowel bedreigend als inspirerend over te komen, ook bij Eric Clapton en Pete Townshend die met hem dweepten. Zo vroeg Hendrix een keertje aan Clapton of hij eens mocht meespelen. "Hij speelde de snelste en meest jammerende bluesloopjes die ik ooit mocht aanhoren", getuigt Clapton. Op het legendarische Monterey Pop Festival ontstond in aanwezigheid van Janis Joplin een discussie: The Who wou niet na Jimi spelen. Na wat gepalaver zei Townshend: "Foert, we gaan het podium op." Waarop Hendrix repliceerde: "Als jullie dat doen, laat ik daarna alle stoppen doorslaan", en hij voegde de daad bij het woord door onmiskenbaar seksuele bewegingen op het podium op te voeren. In een interview met Dick Cavett spuwde Jimi Hendrix zijn gal uit over het feit dat zijn act als een gimmick werd beschouwd: "De hele wereld wordt stilaan als een gimmick omschreven, de oorlog, napalm." Hij omschreef de vernielingen die hij aanbracht als een zich helemaal uitleven op het podium. Hij speelde gitaar met zijn tanden, niet zozeer omdat het publiek daarop kickte maar omdat hij er zelf zin in had. Er was een gigantisch contrast tussen de ietwat verlegen Hendrix naast het podium (zie de film All is By My Side) en de meteoor als performer. Als Cavett hem vraagt of hij geen angst had voor de reacties op zijn onorthodoxe cover van The Star Spangled Banner op Woodstock, lees je de verbazing op zijn gezicht waarna boudweg volgt: "Ik vond het prachtig. Ik ben een Amerikaan, dus zong ik het volkslied zoals ik het op school leerde." Nog voor hij bekendheid verwierf, vroeg hij al eens om te mogen meespelen als hij ergens een band zag optreden. Dat werd hem vaak geweigerd. Little Richard liet hem wel toe: "Hij was al een ster toen hij bij mij als sidekick kwam." Waar andere muzikanten niet toestonden dat Hendrix met zijn tanden gitaar speelde of met de wulpse bewegingen van zijn tong de vrouwelijke fans uitzinnig maakte, inspireerde dat net de toen al knettergekke Richard. Net als zijn grote idool Bob Dylan had Hendrix ook te maken met een publiek dat niet altijd openstond voor vernieuwing. Germaine Greer, die het belang van Hendrix voor de hele samenleving inzag, betreurt dat: "Het publiek slaagde er niet in Hendrix te laten voelen dat we van hem hielden en hoe erg we zijn energie nodig hadden". Een halve eeuw na zijn dood siert Jimi Hendrix nog steeds menige cover van gitaarmagazines. "Jimi veranderde de rock meer dan The Beatles", zegt Pete Townshend. "Hij verhief de status van de gitaar tot een echt instrument. Dat deden Buddy Guy of Chuck Berry ook al enigszins, maar Hendrix wou en wist iedereen aan te spreken, terwijl Clapton een hoofdzakelijk blank publiek aansprak." Eén ding is zeker: Jimi zal nooit uit de mode geraken. Al stelt hij wel zelf een voorwaarde: "Ik haat het in een vakje te zitten, alleen beschouwd te worden als een gitarist, alleen als een songwriter of alleen als een tapdanser."