Een eeuw geleden werd Bauhaus in Weimar opgericht door Walter Gropius. Deze modernistische beweging zette heel nieuwe standaarden voor bouwen, design en kunst. Ontwerpen die toen als heel avantgardistisch werden ervaren, blijken 100 jaar later nog steeds actueel. Maar zo'n trip door oostelijk Duitsland is evenzeer een uitgelezen gelegenheid om de wegbereider van dat modernisme, Henry Van de Velde, te (her)ontdekken.
...
Met bijna vier miljoen toeristen (voor 65.000 inwoners) is Weimar een heuse toeristenmetropool bij onze oosterburen. De stad waar poëten als Schiller, Goethe, Herder en Wieland en componist Johann Sebastian Bach hebben gewerkt, waar je de mooie Amalia bibliotheek moet gezien hebben, de stad van de Weimar Republiek en waar de nazi's hun partijbijeenkomsten planden - in die stad was Henry Van de Velde twee decennia eerder directeur van de Grossherzogliche Kunstgewerbeschule geworden en houdt zijn opvolger Walter Gropius in 1919 het Bauhaus boven de doopvont.De 100ste verjaardag is aanleiding voor een hele reeks manifestaties in Duitsland. Een van de blikvangers is het nieuwe Bauhausmuseum in Weimar. In het strakke gebouw wordt een amalgaam aan plannen, kunstuitingen en (design)voorwerpen getoond van de beweging en haar werkplaatsen. Walter Gropius omringde zich daarvoor met eminente kunstenaarsnamen als Paul Klee, Wassily Kandinsky, Oskar Schlemmer, Lyonel Feininger en László Moholy-Nagy.Maar onomstreden was het Bauhaus in het conservatieve Weimar zeker niet. Zoals het Haus am Horn uit 1923 aantoont: tijdsgenoten vonden de blokkendooswoning "een huis voor marsmannetjes", voor architecten is Walter Muche's ontwerp een pelgrimsoord omwille van zijn moderniteit...Een bezoek aan Weimar is echter niet compleet zonder een wandeling of fietstocht langs het patrimonium dat Henry Van de Velde hier heeft nagelaten. Een boeiende introductie biedt het Neues Museum met de overzichtstentoonstelling Van de Velde, Nietzsche en het modernisme rond 1900.Spilfiguren als de plaatselijke groothertog, Harry Kessler en Elisabeth Förster-Nietzsche, zus van de filosoof, zijn belangrijke mecenassen gebleken voor onze landgenoot. Tussen 1902 en 1917 zal Van de Velde in Weimar niet alleen de huidige Bauhaus Universität leiden, maar ook verschillende gebouwen ontwerpen: het Nietzsche Archiv, zijn eigen woonhuis Hohe Pappeln en nog een vijftal villa's in de buitenwijken. Telkens valt op hoezeer Van de Velde's aanpak zich als een totaalontwerp presenteert, met geraffineerde lijnen, lichtinval en fijne materialen - voor de vervaardiging van keramiek, stoffen, meubels, zilverwerk, lampen of boeken deed hij beroep op meer dan twintig bedrijven!Ook in het voormalige Karl-Marx-Stadt (de enorme bronzen kop staat nog steeds voor het vroegere SED-gebouw) heeft Van de Velde een spoor nagelaten: in 1902 gaf kousenfabrikant Herbert Esche hem opdracht om zijn privévilla op modernistische leest te ontwerpen. Eens te meer is het kader in de groene buitenwijk Kassberg schitterend (in de orangerie kan je zelfs dineren!). Het interieur is, gelukkig, grotendeels bewaard gebleven en na intense restauratie, heropend als museumsite. Alleen al om die reden is Chemnitz een ommetje waard.Deze kandidaat-cultuurstad verrast echter ook met een reeks andere gebouwen met modernistische kenmerken, zoals het stedelijke zwembad, het voormalige Kaufhaus Mendelssohn (nu archeologiemuseum), de jeugdherberg Eins en het museum Gunzenhauser. Dit museum (onderdeel van de lokale Kunstsammlungen) bevat onder andere werk van Otto Dix, Karl Schmidt-Rottluff en de Bauhaus-adepten Marianne Brandt en Lyonel Feininger.Omdat de politieke constellatie in Weimar in de jaren 1924/25 omslaat, verhuizen Walter Gropius en Bauhaus naar Dessau. Het stadsbestuur van deze industriestad (met onder andere de Junkers-vliegtuigfabriek) ontvangt de modernisten aanvankelijk met open armen. De Bauhaus-Universiteit, de Meisterhäuser (waar onder meer Klee en Kandinsky veel van hun beroemde doeken hebben gemaakt), het Arbeitsamt en de sociale woonwijk Törten zijn eminente voorbeelden van wat het Bauhaus beoogde: woningen en gebouwen die door hun strakke lijnen, functionele design en moderne materialen zoals metaal, beton en glas in serie konden worden geproduceerd en zodoende betaalbaar zouden zijn voor de lokale arbeidersklasse."Hoezeer de intellectuele elite deze nieuwe ideeën ook verwelkomde, de tegenstand tegen het Bauhaus was groot. Nazi-architecten haalden het Bauhaus-embleem weg van de universiteit, de glaspartijen in woningen moesten weg. En toch, ondanks het feit dat het Bauhaus hier amper een half decennium actief is geweest, hebben ze wel een blijvende invloed gehad", noteren we. Maar ook opvallend: "Locals zien we amper op onze wandelingen, alsof zij het belang of de waarde van de architectuurgeschiedenis die hier is geschreven, niet waarderen of weten in te schatten." De woorden blijven nazinderen als we ons later die avond neervleien aan het Kornhaus, een eethuis annex terras aan de over van de Elbe. De laatste zonnestralen zetten de glazen rotonde in vuur en vlam...