Bijna 90% van de Belgen zit op sociale netwerken, waar ze gemiddeld meer dan een uur per dag doorbrengen. Apothekers kunnen sociale media gebruiken om hun patiënten aan zich te binden en om bepaalde vaardigheden, waarden en producten te belichten.
...
Op welke sociale netwerken zouden apothekers actief moeten zijn? De eerste vraag die je jezelf moet stellen, is: "Met wie wil ik communiceren?". De verschillende netwerken richten zich niet precies tot dezelfde doelgroepen. Volgens de laatste cijfers van het CIM* is Facebook vrij goed vertegenwoordigd in alle leeftijdsgroepen, zowel bij vrouwen als bij mannen. Meer dan twee derde van de gebruikers is 25 tot 65 jaar oud (gemiddelde leeftijd 44 jaar). De mensen die op Instagram zitten, zijn jonger (15-45 jaar) en de gebruikers van TikTok nog jonger (12-35 jaar). Als je de patiënten van morgen wil bereiken, moet je dus via die laatste twee netwerken gaan.* Facebook verliest weliswaar terrein en is volgens sommigen op sterven na dood, maar is waarschijnlijk toch het platform waar je je het eerst op zou moeten toeleggen. Het is immers het sociale netwerk met het grootste aantal gebruikers en wordt ook het vaakst geraadpleegd. Meer dan acht miljoen Belgen heeft een Facebook-account (cijfers NapoleonCat) en 70% ervan is er dagelijks op actief. Naar schatting gaat de helft van de Belgen dagelijks een kijkje nemen op Facebook. Daar moet je dus zijn. Net zoals bij de andere sociale media kan je Facebook gebruiken om jezelf kenbaar te maken en in contact te blijven met je cliënteel. Je kan er informatie geven over het leven in de apotheek, de beschikbare diensten (vaccinatie,...), nieuwe producten, promoties, animaties, vacatures en je kan er de mensen warm maken voor liefdadigheidsprojecten. Er speelt bovendien een sneeuwbaleffect: als je een bericht plaatst, kan dat door driemaal meer mensen worden gezien dan het aantal abonnees, dankzij de "likes" en het delen van berichten. Zelfs een plattelandsapotheek heeft er dus belang bij een Facebook-pagina te hebben om het cliënteel op de hoogte te houden en aan zich te binden. 4,6 tot 5 miljoen Belgen heeft een Instagram-account en 63% gebruikt die dagelijks. Je kan er informatie dynamischer presenteren in de posts en de stories. Het is raadzaam informatie die je op Facebook hebt gepubliceerd, niet gewoon te kopiëren. Je kan het beter herwerken om de inhoud aan te passen aan Instagram en het publiek, dat niet precies hetzelfde is. Let op voor dubbele berichten. Dat wreekt zich. Instagram is een ideaal kanaal om informatie voor het grote publiek te verspreiden over geneesmiddelen, hormonen, voedingsstoffen zoals melatonine, omega 3-vetten ... of om te herinneren aan seizoensgebonden handelingen. Voor parafarmacie wordt dit netwerk het meest gebruikt om merken te volgen. TikTok, de laatste nieuwkomer, maar al erg populair, verleidt 4,2 miljoen Belgen (43% van de Belgen ouder dan 18 jaar in januari 2024).** 64% zit dagelijks op TikTok. Op de netwerken kan je niet meer zonder video (bijna een derde van de Belgen bekijkt de video's). Wat dat betreft, is TikTok de belangrijkste speler gevolgd door Instagram en Facebook. Communicatie over het leven in de apotheek (foto van het team om gelukkig nieuwjaar te wensen of naar aanleiding van een liefdadigheidsactie) kan het imago bij het publiek verbeteren, maar is ook een middel om de samenhang binnen het team te versterken.