...

Voor haar masterproef bevroeg dr. Ruth Debeuckelaere (UGent) 290 huisartsen en huisartsen in opleiding tussen september 2018 en februari 2019 naar hun medicatiegebruik. Tot 89% van de medicatie die de huisartsen in dit onderzoek innemen, schrijven zij voor aan zichzelf, zo stelde de jonge huisarts vast. Het gaat daarbij vooral om gastro-intestinaal actieve medicatie, melatonine en paracetamol/NSAID.De meeste van de ondervraagde huisartsen zien die hoge frequentie van zelfmedicatie niet noodzakelijk als problematisch, weet Ruth Debeuckelaere, die in een tweede fase van haar onderzoek een staal van 12 huisartsen interviewde. "Zij vonden dat zij in staat waren om een diagnose bij zichzelf te stellen." Wel overwogen de huisartsen om in het geval van ernstige of psychische klachten de hulp van een collega in te schakelen. "Maar wanneer is een gezondheidsprobleem te ernstig om zelf te behandelen? Die grens vonden ze moeilijk om te trekken", aldus Debeuckelaere.De recent afgestudeerde huisarts onderzocht ook risicofactoren voor zelfmedicatie. "De perceptie dat vooral oudere mannelijke huisartsen met een solopraktijk aan zelfmedicatie doen, klopt niet", aldus Debeuckelaere. Ze vond geen significante verbanden tussen leeftijd, praktijkvorm en geslacht, en het percentage van zelfmedicatie.Meest waarschijnlijk zorgt voornamelijk een hoge werkbelasting - het wekelijkse aantal werkuren en patiëntencontacten - ervoor dat artsen zichzelf medicatie voorschrijven, ondervond Debeuckelaere.Voor een verbod op zelfmedicatie blijkt er bij de huisartsen geen draagvlak te bestaan, moest de jonge huisarts vaststellen. Dat ligt in de lijn van eerder onderzoek waarin slechts 38% van de bevraagde artsen voorstander is van een betere registratie van medicatiegebruik, ongeveer de helft voorschrijven voor zichzelf wil ontmoedigen en maar twee op de tien te vinden zijn voor een verbod op voorschrijven voor zichzelf.