...

In november 2023 gaf meer dan een op de zes jongeren (18-29 jaar) in België aan dat ze de laatste 12 maanden zelfdoding ernstig hebben overwogen.(1) In Frankrijk schat men dat meer dan 25% van de middelbare scholieren suïcidale gedachten heeft, en het aantal gevallen stijgt zo sterk dat het INSEE (Institut National de la Statistique et Etudes Economiques) een nieuwe categorie instelde om suïcide onder de tien jaar op te volgen. "De aanvragen voor consultaties in de kinder- en jeugdpsychiatrie zijn alarmerend", bevestigt professor Alexandre Heeren (UCLouvain). "De klimaatverandering veroorzaakt veel onzekerheden. De opkomst van extreemrechts in veel Europese landen en de oorlogen komen bovenop de ongekende ecologische crisis... Er zijn veel parameters waarover jongeren geen controle hebben en die onzekerheden liggen aan de basis van hun angst. Alle factoren komen samen en veroorzaken een behoorlijk ernstige mentale gezondheidscrisis." Volgens een grote internationale studie (2) die uitgevoerd werd in 2021 in tien landen (China, Australië, Frankrijk, Nigeria...) onder 10.000 jongeren (16-25 jaar), zei 59% van hen zeer of extreem bezorgd te zijn over klimaatverandering en zich daardoor verdrietig, angstig, boos, machteloos en schuldig te voelen. Meer dan 45% verklaarde dat hun gevoelens over klimaatverandering een negatief effect hadden op hun dagelijks leven en functioneren. "Die ontreddering die samenhangt met de klimaatverandering wordt geassocieerd met het feit dat jongeren het gevoel hebben geen toekomst te hebben, dat de mensheid ter dood veroordeeld is en dat de regeringen er niet in slagen op een adequate manier te reageren, waardoor ze zich verraden en verlaten voelen door volwassenen en hun regeringen. Klimaatverandering en het gebrek aan reactie vanwege de overheden zijn chronische stressfactoren die aanzienlijke, hardnekkige en toenemende negatieve gevolgen kunnen hebben voor de mentale gezondheid van kinderen en jongeren", stelden de auteurs destijds (in 2021), waarbij ze politici opriepen om dringende maatregelen te nemen tegen klimaatverandering... "Dat is zorgwekkend, want het betekent dat één op de twee jongeren, ongeacht in welk land op de wereld, in een situatie van wanhoop en ernstige bezorgdheid verkeert en zich niet meer kan concentreren... vanwege klimaatverandering", zegt Alexandre Heeren. "En één van de genoemde redenen is dat de toekomst te beangstigend oogt: 75% kan zichzelf niet in de toekomst projecteren. Opvallend, want op die leeftijd oefent de toekomst juist aantrekkingskracht uit op jongeren en hebben ze veel plannen. Maar deze studie toont aan dat sommige jongeren helemaal geen zin hebben om in de toekomst te leven, ze zijn te bang." De eerste stap is zich een toekomst kunnen voorstellen en hoop te cultiveren voor wat komen gaat. "We raden aan om verhalen te creëren over de toekomst die betekenisvol zijn voor jongeren. Bijvoorbeeld, als in de media het IPCC-rapport op een koele manier wordt besproken door te melden dat we een temperatuurstijging niet kunnen vermijden, dat de aarde onleefbaar zal worden... dan is dat beangstigend voor jongeren. Oudere mensen kunnen daar met meer afstand naar kijken. Zorgprofessionals en het grote publiek moeten daar aandacht voor hebben en jongeren proberen te helpen zich een beloftevolle toekomst voor te stellen", legt de psycholoog uit. Hij verwijst naar de film 'Demain' van Cyril Dion en Mélanie Laurent, die een optimistisch perspectief biedt en positieve initiatieven belicht. Dit is een manier om dit sombere beeld anders te bekijken en de jeugd minder te ontmoedigen. "Sommigen zeggen dat we hoop actief moeten cultiveren. Ik hou niet van die term, maar het woord 'actief' is belangrijk, omdat men een actieve speler moet worden van zijn eigen toekomst. Wat kan ik doen om me actief in te zetten? Films bekijken over dit thema, deelnemen aan collectieve activiteiten, een eigen toekomst creëren en er zich stap voor stap in projecteren. Dit heeft een positief effect op jongeren, omdat ze zich niet machteloos voelen. Ze kunnen ageren, zelfs met kleine dingen. En vooral: ze voelen zich niet alleen. Ze maken deel uit van groepen, realiseren zich wat belangrijk is voor hen... en dat effect vermenigvuldigt zich. Het helpt tegen passief gedrag, om niet achter de computer te blijven zitten en alleen maar te luisteren naar negatieve berichten dat we niet kunnen ontkomen aan wat er gaat gebeuren." "De eerste aanbeveling is om zich een toekomst voor te stellen en hoop te koesteren door iets collectiefs te ondernemen. De tweede is om sociale banden te herstellen en verbonden te zijn met anderen. Dat is erg belangrijk op psychofysiologisch niveau, omdat hoe sterker onze sociale steun is, hoe beter we bestand zijn tegen stress", benadrukt hij. Alexandre Heeren stipt nog aan dat steeds meer kinder- en jeugdpsychologen gealarmeerd zijn over het gevoel van eenzaamheid bij jongeren. "Amerikaanse, Engelse en Franse studies tonen aan dat het gevoel van eenzaamheid de grootste voorspeller van psychisch onbehagen is bij jongeren. Ze zijn niet uitgesloten, maar voelen zich toch alleen, zonder dat ze bij iemand terechtkunnen of samen tijd kunnen doorbrengen zonder iets te zeggen. Familiebanden en gehecht zijn bieden bescherming daartegen, maar dit brokkelt helaas af. Daar moeten we tegen vechten." Het collectieve wordt vandaag steeds minder gewaardeerd, merkt hij op: "Er zijn geen ontmoetingsruimtes meer. Vroeger vervulden religieuze plekken die rol, maar die zijn niet vervangen. We moeten jongeren ontmoetingsplekken bieden, jeugdbewegingen en sportclubs bijvoorbeeld kunnen hierin een rol spelen." Vanuit psychologisch oogpunt zijn het gevoel van doeltreffend te zijn en het vermogen om te handelen beschermende factoren tegen mentale problemen, voegt hij eraan toe: "Dit is uitgebreid gedocumenteerd, maar spijtig genoeg cultiveren we dit gevoel van in actie schieten niet genoeg. We moeten actie en verantwoordelijkheid meer aanmoedigen: kan ik een bepaald product boycotten, kan ik deze persoon helpen, wat hebben we zelf in de hand?... Jongeren weten wel wat negatief is, maar niet wat ze eraan kunnen doen in hun omgeving." In de gezondheidszorg spreekt men van empowerment: "Als we patiënten vertellen wat ze kunnen doen en hen verantwoordelijk maken voor hun ziekte of aandoening zien we het positieve effect: ze worden de regisseur van hun eigen leven, heel belangrijk. Voor jongeren geldt dit op een meer algemene manier." Wat kan of zou de politiek moeten doen? Grootschalige campagnes in de media? De diensten voor kinderpsychiatrie of pediatrie versterken? Preventie op scholen?... "Alles is beter dan nietsdoen", erkent Alexandre Heeren, "maar financieel kunnen we dat niet allemaal ondersteunen. De school is een goed kanaal om actie te ondernemen omdat we daar iedereen kunnen bereiken. Onderwijs is omgaan met onzekerheid en crisissen, en veerkracht stimuleren zou een onderdeel van het leerprogramma moeten zijn."