Als er een groot probleem opdook, wist de politiek vaak niet hoe dat aan te pakken. Maar kleine probleempjes aanpakken, dat deden onze bestuurders als de beste. Desnoods werden er wetten gemaakt om één probleem van één individu op te lossen.

De lange termijn toch een beetje in het oog houden, dat vertrouwden de zogenaamde 'staatsdragende partijen' destijds toe aan enkele van hun politici, slimme mensen die niet per se veel stemmen moesten halen: de Gaston Eyskens'en en de Jean-Luc Dehaene's van de wereld van toen.

Die partijen hadden ook studiediensten die af en toe met een donderpreek of een streng rapport naar buiten kwamen. En als sluitstuk was er de regentenraad van de Nationale Bank waar de kopstukken van vakbonds- en werkgevers-organisaties mee hun zeg konden doen over de grote lijnen van het socio-economisch en monetair beleid. Daartoe bleef de bewaking van de lange termijn beperkt.

Maar van dat weinige, werkt vandaag niets meer. Jean-Luc Dehaene's, die maken ze vandaag niet meer. De studiediensten van partijen zijn marketingen propagandamachines geworden. En politici die geen stemmen behalen, worden meteen aan de kant geschoven. De politiek is veel heftiger en sneller geworden.

Niet verwachten

Men mag - eerlijk gezegd - van politici ook niet verwachten dat zij echt met de lange termijn bezig zijn. Dat is hun ding niet. Zij moeten over vijf jaar opnieuw verkozen raken. Dàt is hun tijdskader! Zij hebben wel de plicht ervoor te zorgen dat er in de samenleving gezagvolle instituten zijn die wel met de lange termijn bezig zijn. Maar die ontbreken hier.

De politiek is veel heftiger en sneller geworden

In de meeste landen rekent men daarvoor op de administratie, aangevuld met studiediensten en planbureaus. De meeste van onze administraties moeten zich beperken tot het uitvoeren van beslissingen. Het beleidswerk wordt meestal overgenomen door de ultragrote ministeriële kabinetten die hier bestaan. En de vele studiediensten van de overheid zijn zo versnipperd en soms zo ook gepolitiseerd, dat ze geen onafhankelijk werk kunnen afleveren.

Manifest

Veel landen hebben afgelopen decennia speciale kenniscentra opgericht om wetenschappelijk onderbouwde toekomstverkenningen te maken en daaruit langetermijnplannen te distilleren die de politiek helpen om planmatig aan langetermijnbeleid te doen.

Nederland heeft zijn Wetenschappelijke Raad voor het Regeringsbeleid (WRR) die samenwerkt met het Centraal Bureau voor de Statistiek, het Centraal Plan bureau, het Planbureau voor de Leefomgeving en het Sociaal en Cultureel Planbureau.

In Angelsaksische landen is er vaak een Chief Science Advisor die de regering bijstaat. Finland werkt met een Committee for the future (Tulevaisuusvaliokunta), verbonden aan het Parlement. In Vlaanderen circuleert een voorstel - een manifest - om een equivalent van de onafhankelijke Nederlandse Wetenschappelijke Raad voor het Regeringsbeleid (WRR) op te richten. Het vindt vrij veel bijval.

Het wordt boeiend om zien hoe de politiek, voor en na de verkiezingen, met dit voor dit land en zijn deelstaten ongewoon voorstel omgaat. Krijgt het levenskansen? Of ervaart de politiek het als bedreigend en houdt die het al bij al liefst bij dagjespolitiek?

Het manifest en de eerste honderd ondertekenaars zijn hier terug te vinden.

Als er een groot probleem opdook, wist de politiek vaak niet hoe dat aan te pakken. Maar kleine probleempjes aanpakken, dat deden onze bestuurders als de beste. Desnoods werden er wetten gemaakt om één probleem van één individu op te lossen.De lange termijn toch een beetje in het oog houden, dat vertrouwden de zogenaamde 'staatsdragende partijen' destijds toe aan enkele van hun politici, slimme mensen die niet per se veel stemmen moesten halen: de Gaston Eyskens'en en de Jean-Luc Dehaene's van de wereld van toen.Die partijen hadden ook studiediensten die af en toe met een donderpreek of een streng rapport naar buiten kwamen. En als sluitstuk was er de regentenraad van de Nationale Bank waar de kopstukken van vakbonds- en werkgevers-organisaties mee hun zeg konden doen over de grote lijnen van het socio-economisch en monetair beleid. Daartoe bleef de bewaking van de lange termijn beperkt.Maar van dat weinige, werkt vandaag niets meer. Jean-Luc Dehaene's, die maken ze vandaag niet meer. De studiediensten van partijen zijn marketingen propagandamachines geworden. En politici die geen stemmen behalen, worden meteen aan de kant geschoven. De politiek is veel heftiger en sneller geworden.Men mag - eerlijk gezegd - van politici ook niet verwachten dat zij echt met de lange termijn bezig zijn. Dat is hun ding niet. Zij moeten over vijf jaar opnieuw verkozen raken. Dàt is hun tijdskader! Zij hebben wel de plicht ervoor te zorgen dat er in de samenleving gezagvolle instituten zijn die wel met de lange termijn bezig zijn. Maar die ontbreken hier. In de meeste landen rekent men daarvoor op de administratie, aangevuld met studiediensten en planbureaus. De meeste van onze administraties moeten zich beperken tot het uitvoeren van beslissingen. Het beleidswerk wordt meestal overgenomen door de ultragrote ministeriële kabinetten die hier bestaan. En de vele studiediensten van de overheid zijn zo versnipperd en soms zo ook gepolitiseerd, dat ze geen onafhankelijk werk kunnen afleveren.Veel landen hebben afgelopen decennia speciale kenniscentra opgericht om wetenschappelijk onderbouwde toekomstverkenningen te maken en daaruit langetermijnplannen te distilleren die de politiek helpen om planmatig aan langetermijnbeleid te doen.Nederland heeft zijn Wetenschappelijke Raad voor het Regeringsbeleid (WRR) die samenwerkt met het Centraal Bureau voor de Statistiek, het Centraal Plan bureau, het Planbureau voor de Leefomgeving en het Sociaal en Cultureel Planbureau.In Angelsaksische landen is er vaak een Chief Science Advisor die de regering bijstaat. Finland werkt met een Committee for the future (Tulevaisuusvaliokunta), verbonden aan het Parlement. In Vlaanderen circuleert een voorstel - een manifest - om een equivalent van de onafhankelijke Nederlandse Wetenschappelijke Raad voor het Regeringsbeleid (WRR) op te richten. Het vindt vrij veel bijval.Het wordt boeiend om zien hoe de politiek, voor en na de verkiezingen, met dit voor dit land en zijn deelstaten ongewoon voorstel omgaat. Krijgt het levenskansen? Of ervaart de politiek het als bedreigend en houdt die het al bij al liefst bij dagjespolitiek?