Een Belg op zeven neemt minstens vijf geneesmiddelen

Het aantal Belgen dat over een langere periode minstens vijf geneesmiddelen inneemt, is de laatste tien jaar systematisch gestegen van 11,6% in 2013 tot 14% in 2023. In de stijgende lijn zat slechts één klein neerwaarts knikje: in coronajaar 2020 daalde het percentage van 13,4% naar 13,2%. Het aantal Belgen dat valt onder de noemer excessieve polyfarmacie (minstens tien geneesmiddelen over een langere periode) kende een duidelijke stijging van 2% in 2013 tot 3,1% in 2019, maar blijft sindsdien nagenoeg stabiel.De waarschijnlijkheid dat een persoon langdurig meerdere geneesmiddelen gebruikt, stijgt met de leeftijd. Onder de 40 jaar komt het nauwelijks voor. Het percentage polyfarmacie piekt op circa 60% van de bevolking in de leeftijdscategorie 85-89 jaar, waarna het opnieuw afneemt. Excessieve polyfarmacie heeft een gelijkaardige spreiding met een piek van ongeveer 17% in de leeftijd tussen 85 en 89 jaar.Mannen versus vrouwenPolyfarmacie komt vaker voor bij patiënten die recht hebben op een verhoogde tegemoetkoming en dat over de verschillende leeftijdscategorieën heen. Vooral bij de leeftijdscategorieën onder de 70 is er een duidelijk verschil. In de leeftijdsgroep van 50 tot 59 jaar bijvoorbeeld komt polyfarmacie voor bij 11,2% van de patiënten zonder verhoogde tegemoetkoming en bij 29,1% van de patiënten met verhoogde tegemoetkoming. Hetzelfde fenomeen doet zich voor bij excessieve polyfarmacie. In de leeftijdsgroep van 60 tot 69 jaar komt het voor bij respectievelijk 3,9% en 11,5% van de patiënten.Polyfarmacie komt iets vaker voor bij vrouwen (15%) dan bij mannen (13%). Bij jonge vrouwen is dat deels te verklaren door de inname van anticonceptiva dat het percentage opdrijft. Een factor die meespeelt aan de andere kant van de leeftijdscurve is het groter aandeel vrouwen in de oudere leeftijdscategorieën. Polyfarmacie komt vaker voor in Wallonië dan in Vlaanderen en Brussel. Vooral het lage percentage in het hoofdstedelijk gewest valt op. Dat is grotendeels te verklaren door de verhoudingsgewijs jongere bevolking in de hoofdstad. Maar ook bij de 80-plussers scoort Brussel lager dan de twee andere regio's.