De Orde van Apothekers licht haar deontologische code toe in een nieuwe reeks. Als eerste thema was het beroepsgeheim aan de beurt, een gevoelig punt dat nog steeds het voorwerp is van veel discussies. In de tweede aflevering bespraken we de uitzonderingen op het beroepsgeheim. In deze derde aflevering passeren enkele delicate casussen de revue.
...
Aan de hand van enkele concrete casussen zoomen we in op mogelijke situaties waarbij door het beroepsgeheim gedekte informatie betrokken is en waarin u als apotheker zich zou kunnen bevinden. Dit zijn vaak situaties waar geen duidelijke "zwart-wit" oplossing mogelijk is maar waar een genuanceerde aanpak aangewezen is. Om van het beroepsgeheim te mogen afwijken op basis van de noodtoestand, moet u als apotheker in eer en geweten een afweging maken tussen de verschillende waarden die spelen in de betrokken situatie. Een genuanceerde aanpak die rekening houdt met alle omstandigheden helpt u uit deze gevoelige conflicten. Zo kan u bijvoorbeeld vernemen dat uw patiënt het slachtoffer is van strafbare feiten, buiten de gevallen die in de wet worden voorzien en die u toelaten om te spreken. Het kan bijvoorbeeld gaan om een patiënte die het slachtoffer is van huiselijk geweld. In zo'n geval zal u moeten evalueren of de aangifte van de feiten aan de politiediensten en dus de inbreuk op het beroepsgeheim gerechtvaardigd is en of er geen andere oplossing mogelijk is die de geheimen die vertrouwelijk werden gedeeld, vrijwaart. Het vertrouwenskader waarin vertrouwelijke mededelingen gedaan worden, moet inderdaad gewaarborgd worden, niet alleen in het voordeel van de betrokken patiënt zelf, maar ook van alle patiënten. Het is alleen als uw eigen acties mislukken en als u overtuigd bent van een onmiddellijk gevaar voor uw patiënt dat u acties zal mogen ondernemen die het beroepsgeheim overtreden krachtens de noodtoestand. Een ander geval is de situatie waarin de patiënt de auteur is van een strafbaar feit. De apotheker die bijvoorbeeld één van zijn patiënten herkent in het kader van een oproep tot getuigen die hem voorstelt als verdachte van moord of als zijnde betrokken bij een gewelddadige overval, kan waarschijnlijk beschouwen dat het gevaar voor de openbare veiligheid dat zijn patiënt veroorzaakt, rechtvaardigt dat hij de identiteit van deze patiënt aan de politie meedeelt op basis van de noodtoestand. Indien u zelf het slachtoffer bent van de door de patiënt gepleegde inbreuk (bv. diefstal in de apotheek) behoudt u natuurlijk het recht om een klacht tegen hem in te dienen zonder echter farmaceutische gegevens die hem betreffen te mogen meedelen. U mag echter niet zijn naam doorgeven aan alle confraters van de regio of andere gegevens die hem kunnen identificeren (initialen, foto...). Veel apothekers zijn voor hun Provinciale Raden moeten verschijnen omdat ze zich, zonder dat te willen, hebben bemoeid met de echtscheidingsprocedure van een patiëntenkoppel. De lijst van afgeleverde geneesmiddelen, waaronder voorschriftplichtige geneesmiddelen, kan enkel aan de echtgenoot van een patiënt overhandigd worden met de schriftelijke toestemming van deze laatste (1). De verklaring die door de apotheker wordt geschreven en die het bezoek bevestigt van de echtgenoot van een patiënt die vroeg naar de redenen voor de aflevering van bepaalde producten overtreedt het beroepsgeheim niet. Zo'n verklaring die daarna in het kader van een echtscheidingsprocedure wordt gebruikt, lijkt echter onvoorzichtig en moet bijgevolg vermeden worden. Het feit dat u aan alle confraters van de regio doorgeeft dat een bepaalde patiënt van geneesmiddelenmisbruik verdacht is door middelen die de identificatie van de patiënt mogelijk maken (bv. door initialen, foto of kopij van een vermoedelijk vals voorschrift op sociale media te plaatsen), is een inbreuk op het beroepsgeheim. U moet de voorschrijver informeren in zo'n situatie (2).